In 1968 moest de oorspronkelijke kapel, die destijds tegenover de aansluiting van de Eindstraat aan de Heerstraat Noord in Beegden stond, plaats maken voor de verbreding van de Heerstraat Noord.
De legende rond het oorspronkelijke St. Annakapelletje vertelt het verhaal van twee herders die op de plek waar het vroegere kapelletje stond slaags raakten toen hun kudden elkaar op die plek tegen kwamen. Een van die herders zou de ruzie niet hebben overleefd. Een gelovige en welgestelde familie uit Beegden trok zich het lot van het slachtoffer en zijn familie aan en liet op de plek des onheils een herinneringskapelletje bouwen, een zogenaamde moordkapel. Omdat de moeder van de overleden herder net zoveel verdriet gevoeld moet hebben als Maria bij de kruisdood van haar zoon Jezus wilden ze de kapel oorspronkelijk opdragen aan Maria, de moeder van Jezus. Maar omdat Beegden al een Mariakapel rijk was kozen ze ervoor om de kapel op te dragen aan St. Anna, de moeder van Maria en dus de grootmoeder van Jezus.
In de glas in loodramen van de kapel, gemaakt door glazenier Jacqueline Zeegers uit Beegden, zijn twee plant- en twee diersoorten afgebeeld, die landelijk vrij zeldzaam zijn, maar die op de Beegderheide vrij algemeen voorkomen, de klokjesgentiaan, de ronde zonnedauw, de phegeavlinder en de veldkrekel. In de toegangsdeur heeft Els Geelen-van Herten de herder met zijn kudde gebrandschilderd naar een ontwerp van Herman Claessen, beiden eveneens uit Beegden. Het oorspronkelijke oude St. Annabeeld van de vorige kapel is bij de familie Knoops bewaard gebleven en na een grondige restauratie weer terug geplaatst in de nieuwe kapel.