


Tot ver de 19e eeuw had Maasbracht alleen een rosmolen. Op 16 november 1865 werd aan Renier Hubert Vos vergunning verleend voor de bouw van een windmolen. In 1867 kwam deze gereed. Met de wieken meegerekend is de molen 26,3 meter hoog.
Hij stond op naam van Helena Vos, echtgenote van Renier Hubert. Vier jaar later werd de molen overgeschreven op naam van de minderjarige Anna Vos en vervolgens op de erfgenamen Hendrina, Andries Hendrik, Maria en Cornelis Vos.
In 1899 werd de molen met huis en tuin verkocht aan Jacques van de Venne, landbouwer te Maasbracht. Mede-eigenaar was Theodoor van de Venne. Zij verkochten de molen in 1905 aan Christiaan Hubert Faems te Melick. In dit dorp bezat de familie Faems de standaardmolen op de Melickerheide. De molen van Maasbracht bleef daarna in bezit van deze familietak.
Christiaan Faems plaatste kort na de Eerste Wereldoorlog een hulpgemaal in de schuur aan zijn huis.
In het midden van de jaren twintig liet hij door de molenmakers Sjang en Sjef Hendrickx uit Beegden/Heel de houten as vervangen door een gebruikt ijzeren exemplaar. De houten borstroeden werden in de jaren dertig door ijzeren vervangen.
Na het overlijden van Christiaan Faems in 1933 werd het molenbedrijf door zijn vrouw voortgezet. Daarna nam Wihelmus Hubertus Faems de molen over. Met het huis en andere aanhorigheden stond de molen later op naam van de acht kinderen.

Na in 1946 wat oorlogsschade te hebben opgelopen door granaatinslagen dicht bij de romp die echter hersteld werd, raakte de molen in 1947 nogmaals zwaar beschadigd toen het ashuis van de bovenas afbrak nadat de buitenroede was vastgeslagen op de molenberg (vermoedelijk waren door de zeer warme zomer enkele roewiggen uitdroogd en losgeraakt, waarna de buitenroede kon doorschuiven en vastlopen). Vanwege de kosten werd van reparatie afgezien en werd het maalbedrijf tot 1973 elektrisch voortgezet. Leo Faems de laatste molenaar was. Rond 1987 begon men zich in te zetten om de ondertussen danig onttakelde molen, die door stadsuitbreiding inmiddels ruimschoots binnen de bebouwde kom was komen te liggen, weer in oude glorie te herstellen. In 1997 werd de uitwendige restauratie afgerond en op 17 juni 2000 werd de nu weer maalvaardige korenmolen officieel hernieuwd in gebruik genomen. De molen heeft nu 1 koppel maalstenen.
