MAABRACHT, LEONARDUSMOLEN 1972

1972

Tot ver de 19e eeuw had Maasbracht alleen een rosmolen. Op 16 november 1865 werd aan Renier Hubert Vos vergunning verleend voor de bouw van een windmolen. In 1867 kwam deze gereed.
Hij stond op naam van Helena Vos, echtgenote van Renier Hubert. Vier jaar later werd de molen overgeschreven op naam van de minderjarige Anna Vos en vervolgens op de erfgenamen Hendrina, Andries Hendrik, Maria en Cornelis Vos.
In 1899 werd de molen met huis en tuin verkocht aan Jacques van de Venne, landbouwer te Maasbracht. Mede-eigenaar was Theodoor van de Venne. Zij verkochten de molen in 1905 aan Christiaan Hubert Faems te Melick. In dit dorp bezat de familie Faems de standaardmolen op de Melickerheide. De molen van Maasbracht bleef daarna in bezit van deze familietak.
Christiaan Faems plaatste kort na de Eerste Wereldoorlog een hulpgemaal in de schuur aan zijn huis.
In het midden van de jaren twintig liet hij door de molenmakers Sjang en Sjef Hendrickx uit Beegden/Heel de houten as vervangen door een gebruikt ijzeren exemplaar. De houten borstroeden werden in de jaren dertig door ijzeren vervangen.
Na het overlijden van Christiaan Faems in 1933 werd het molenbedrijf door zijn vrouw voortgezet. Daarna nam Wihelmus Hubertus Faems de molen over. Met het huis en andere aanhorigheden stond de molen later op naam van de acht kinderen. Na scheiding en deling in 1947 nog op naam van vier kinderen, van wie Leo Faems de laatste molenaar was.

Er wordt een nieuwe molenas gestoken omstreeks 1925
Dit bericht is geplaatst in Fotojournaal. Bookmark de permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *