
De Wessemse molen was met zijn sterk kegelvormige romp een merkwaardige grondzeiler. Hij stond aan de ingang van het dorp, tegenover het kruispunt van de wegen uit Panheel en Thorn. Vroeger was dit een kruispunt van vier wegen. Nu staat er een Shell-tankstation. De zwart geteerde stenen Wessemse molen had inwendig de vorm van een zestienkant. De molen was een een graan- en oliemolen. Het bouwjaar is niet bekend. Reeds in het begin van de 19e eeuw stond de molen bij de Maas en was toen eigendom van Ernst Stoffels uit Roermond, koopman en landbouwer genoemd. In 1851 werd de molen, die aan het ‘Het eerste wegske’ stond, gerechtelijk verkocht. De nieuwe eigenaar werd Gerardus Vissers, afkomstig uit Wessem en molenaar in het nabij gelegen Panheel. Later vererfde de molen in deze familie. In 1871 werd Hendrik of Johannes Henricus Vissers, koopman, in Wessem eigenaar en vervolgens in 1891 Antoon Vissers, getrouwd met en later weduwnaar van Judith Hennissen, landbouwer en winkelier in Wessem. Hij was toen voor de helft eigenaar, de andere helft stond op naam van Eduard Pierre Jan Hubert Vissers, die toen nog minderjarig was. In 1896 verkochten zij de windmolen aan Martinus Gielen, getrouwd met Josephina Philomena Hubertina Smeets en hoofdonderwijzer in Wessem. De windmolen werd in de nacht van 8 op 9 november 1944 opgeblazen.